Categorie archieven: Bier van de maand

Elke maand degusteren wij één (of meerdere) biertjes zonder te weten wat we precies voorgeschoteld krijgen.
Hierover maken wij telkens een verslag van onze reuk, smaak en ervaringen tijdens het proeven.

Bassevelds Ezelsbier – Jupiler Tauro.

2 stevige blondjes voor de maand oktober.

Bassevelds Ezelsbier

Dit is een blond bier van 9° alc dat voor een Basseveldse bierhandelaar gebrouwen wordt bij brouwerij Van Steenberge te Ertvelde. Het is een origineel recept op basis van het blonde huisbier.

Bij het uitgieten van het bier wordt al meteen duidelijk dat dit bier niet al te bruisend is. Om een mooie schuimkraag te verkrijgen moeten we al flink doorgieten.
Het bier is blond en zeer helder, al is het toch hergist op de fles. Er is weinig pareling te zien.
In het aroma ruiken we vooral de gist, een vleugje citrus en groene banaan. Het bier zet zoet en vol aan, maar mankeert vooral pareling en frisheid. Enkel in de afdronk komt enige bitterheid opzetten, samen met een metalische smaak. 
Hoewel de afdronk zeer goed is, zal dit bier ons niet bijblijven als een topper.

Jupiler Tauro.

Dit bier van Inbev van 8,3°alc is op de markt gebracht voor een wat onduidelijke doelgroep. Pilsdrinkers die sneller dronken willen worden, terasjesmensen die anders geen zwaardere bieren drinken? Inbev noemt het een super-versie van de bekende pils.
Het design van het flesje mag er zeker zijn. Een longneck met de Jupiler-stier in relief. Dit spreekt wellicht vooral jongeren aan, maar met het typische Jupiler-lettertype blijft men verwijzen naar de pils. Kosten noch moeite werden gespaard om dit bier te lanceren.

Het bier is vanzelfsprekend kristalhelder en niet hergist. De kleur is een tintje donkerder dan een pils en de pareling is matig tot stevig. De witte schuimkraag kleeft mooi in streepjes aan het glas.
Het aroma is vrij neutraal. De smaak zet zacht aan en vloeit uit tot een licht en evenwichtig bier. De Saaz-hop die ook in pils gebruikt wordt is duidelijk aanwezig. Dit bier is zachter en iets voller dan de gewone Jupiler. De afdronk verrast ons met een vrij lange hopbitterheid en een vleugje vanille.

Na het proeven blijft ook voor ons de doelgroep onduidelijk. Dit bier is zeker niet slecht, in tegendeel, maar uitzonderlijk is dit zeker niet. De mythe (of is het een illusie van Inbev) dat dit bier een concurrent moet zijn voor Duvel, willen we bij deze uit de wereld helpen. Dit is niet eens gelijkaardig.

Keizer Karel Blond 8,5°Alc van brij. Haacht. – Bitburger 4,8° alc van brij. Bitburger (Duitsland).

Wij hoopten op een hete nazomer en voorzagen daarom in september 2 biertjes van de maand. Een Keizer Karel Blond en een Bitburger.

Keizer Karel Blond 8,5°Alc van brouwerij Haacht.

Een helder koper-blond bier van hoge gisting, met een zachte fijne pareling en een fijne witte schuimkraag die snel vervalt maar wel aan het glas blijft kleven.

Het aroma is vooral zoetig, maar niet overheersend met een vleugje sisnaasappelschil.

De smaak zet zoet en zacht moutig aan. Er is niet veel bitterheid in de smaak en de afdronk is kort en zoetig met zachte hopbitterheid op de achtergrond.

Een zacht bier dat de pilsliefhebber zal bekoren op een terrasje, maar wel eens verrassend kan zijn met 8,5° alc.
Of het bier nu hergist of niet is ons niet duidelijk. In het bier is misschien een kleine sluier waar te nemen, maar noch het etiket, noch de website geven uitsluitsel.

Bitburger 4,8° alc van brouwerij Bitburger (Duitsland).

Het bleek blonde bier is verpakt in de typische flesjes met wit etiket. Zoals het een pils past is het bier kristal helder met een stevige pareling. De kleur is bleker dan deze van de pilsen die wij kennen. De witte schuimkraag vervalt tot een laagje en kleeft niet aan het glas.

De geur is vrij neutraal. Zeer licht hoppig aroma met op de achtergrond een vleugje kool, typisch voor pilsen.

De smaak is fris en zet vrij neutraal aan. De hop komt even later op zetten en is zeer verfrissend, maar overheerst niet. In de nasmaak komt naast de hopbitterheid een vleugje geroosterde mout naar voor, wat de pils speciaal en herkenbaar maakt. 
Een lange bittere afdronk.

Brugse Zot van (Brouwerij De Halve Maan).

Een relatieve nieuwkomer in Bierland. De Brugse Zot wordt nog maar enkele jaren gebrouwen, maar kaapte op heel wat wedstrijden de prijzen weg.

Het bier is donker blond en nagenoeg helder, ondanks de hergisting. Het bier wordt bekroond met een zacht grof schuim dat wandklevend is en sneeuwwit van kleur.

Onmiddellijk komt ons een bloemige hoppige geur tegemoet. De aanzet van het bier is mooi in evenwicht, stevig bitter, maar ook zoet van mout. Een tinteling op de tong van de hevige pareling geeft het bier een fris mondgevoel. In de smaak komt de karamelmout even opzetten.
Dit bier heeft een metalische toets in de afdronk naast een korte hopbitterheid.

Dit is een vrij vol bier voor maar 6° alc. Mooi in evenwicht en goed doordrinkbaar. 
Voor wie eens in Brugge is, raden wij aan ook eens in de brouwerij zelf de blonde Brugse Zot te gaan proeven. Men tapt er hem ongefilterd van het vat. Een prachtige bier-ervaring!

Steenbrugge Tripel (brouwerij Palm).

Dit blonde bier is wellicht het heiligste aller bieren. De naam verwijst naar de abdij van Steenbrugge in de buurt van Brugge, op wiens vraag het oorspronkelijk gebrouwen werd door Palm. Op het mooie etiket wordt verwezen naar de patroon van deze abdij, St-Pierre en de patroon van de brouwers staat erop afgebeeld: Sanctus Arnoldus.
In het glas zien we een kristal helder bier met een luchtig wit schuim en een zachte pareling. Het bier hergist in de fles, maar de gistbodem is beperkt.

We nemen een plantaardige geur waar, met een vleugje mout op de achtergrond.

Het bier zet fris bitter aan, maar de bitterheid maakt al gauw plaats voor het zoete van de mout. Nadien krijgen we een lange bittere afdronk met een zekere warmte van de alcohol in de afdronk. 
Dit bier is zeer lekker, maar niet echt complex voor een bier van 8,7° alc. Leuk om weten is wel dat er aan het bier gruit wordt toegevoegd. In de middeleeuwen werd deze kruidenmengeling op basis van gagel gebruikt in de plaats van hop als bitterstof en natuurlijk bewaarmiddel.

Corgon (Slovakije) – Martins Pale Ale (6°)

Corgon (Slovakije)

Het vakantiegeld is gestort en dus kon Ambibrew zich deze maand twee biertjes van de maand permitteren.

Om te beginnen een Slovaaks biertje: Corgon. (4°alc)
Het bier is kristalhelder en blond met een fijnmazige schuimkraag die lang hoog blijft staan. 
Het typische zilte aroma van pils komt ons tegemoet.
De aanzet van deze pils is verrassend zoet, een beetje stroperig van de mout zelfs. Nadien komt een echt verfrissende pilssmaak. De afdronk is lang en bitter, hoewel een typisch hoparoma ontbreekt.

Duidelijk een industriële pils, maar fris geschonken op een terrasje zeker niet slecht.

Corgon wordt door Heineken in Slovakije gebrouwen. Jammer genoeg niet meer in de originele brouwerij in het stadje Nitra die dateert van 1897. Corgon is een plaatselijke volksheld die veel weg heeft van Atlas en op het blikje afgebeeld staat.

Martins Pale Ale (6°)

Voor ons tweede biertje schakelen we een tandje hoger wat complexiteit betreft. Toch is deze Martin’s Pale Ale (6°alc) een even goede doordrinker.

Amberkleurig helder bier dat niet hergist in de fles. Een flesje dat trouwens niet bepaald opvalt in de winkelrekken, maar dat de bierkenner zeker zal herkennen aan het blauwe schip op het etiket.
Een sterk aroma prikkelt onze neus, vooral hop, maar ook een lichte gebrandheid en een tikje kruidigheid.
Een krachtige smaak combineert moutig zoet met karamel een lichte kruidigheid en een stevige hoeveelheid hop. Ons proefpanel zoekt het eerst in de kruidige Waalse kringen, maar uiteindelijk raadt voorzitter Tom om welk bier het gaat.

De nasmaak combineert karamel met fijne hoparoma’s.
Een topbier! Complex, maar toch lekker om door te drinken en verfrissend! Ideaal als aperitief.

John Martins kwam in 1909 uit Groot-Brittannië naar Antwerpen en richtte daar een brouwerij op die zich in Engelse en Schotse (Gordons) bieren specialiseerde. Het bedrijf hield het niet bij brouwen alleen. John Martin introduceerde Guiness in onze contreien, maar ook Schweppes Indian Tonic en andere frisdranken. Momenteel leidt achterkleinzoon Anthony Martin dit bedrijf dat een van de meest productieve van ons land is.

Ename Blond (Brouwerij Roman)

Het weer wordt steeds beter en Ambibrew koos voor een lekker teras-biertje: Ename Blond.

Zoals altijd proeven we het bier blind, zonder dat het proefpanel weet om welk bier het gaat. Het biertje dat ons wordt voorgeschoteld is helder blond met een hevige pareling die een stevige schuimkraag ondersteunt.

Het aroma is redelijk neutraal, een beetje hop en -verrassend- een zeer verdoken vleugje rook.

De smaak zet vrij vol en hopbitter aan, maar vervlakt daarna bijna onmiddellijk. Enkel wat hopbitterheid blijft hangen en in de afdronk komt een metalische smaak opzetten die je bijvoorbeeld ook bij Chimay triple vindt. 
Ook zonder te weten over welk bier het gaat merken we onmiddellijk dat we in het segment van de commerciële blonde abdijbieren zitten. Gastproever Sylvie slaagt er zelfs in te raden welk bier dit is.

Het bier is niet hergist, niet complex en heeft 6,5°alc. Niet echt een degustatiebier dus, maar wel een lekkere doordrinker op een zomers terras.

Gulden draak (brouwerij Van Steenberge-Bios te Ertvelde)

Passend in onze uitstap naar Gent, drinken we een Gulden Draak.

Een donker helder bier met een kastanje-rode schijn, bekroond met een fijnmazige dikke beige schuimkraag. Hergist, maar het gistdepot is klein.

Het bier heeft een zoete en alcoholische geur met toetsen karamel en rozijnen.
De smaak is eerder verrassend. Wel moutig en vol, maar niet echt zoet. Eerder droog met een gebrande toets. Een zachte bittere nasmaak, maar je voelt de alcohol stromen door je lijf!

Zeker een klassebier, maar met zijn 10,5°alc en 23° plato geen doordrinker. Een biertje om rustig van te genieten. Zowel de verpakking als het uitzicht van het bier zelf met de dikke fijne schuimkraag tonen aan dat dit geen “gewoon” biertje is.

De flesjes zijn van het “steini”-type, maar ze zijn ondoorzichtig wit met een zwart etiket met de draak van het Gentse Belfort in het goud afgebeeld. Chique! Momenteel is men Augustijn bij Van Steenberge aan het restylen. Laat ons hopen dat de Gulden Draak even stijlvol blijft.

Jessenhofke

In maart kleurt de wereld lente-groen. Ook ons biertje want deze maand drinken we een bio-biertje: Jessenhofke.

Het flesje (steini) en het etiket ogen mooi, maar misschien wat sober. Het oogt gewoon “bio”, maar valt in de winkelrekken niet echt op. Wat weinig info op het flesje, maar des te meer op internet, vooral over de brouwerij. Over het bier zelf kom je minder concrete te weten.

In het glas zien we een gesluierd goudblond biertje met een stevige vrij grove schuimkraag. Opvallend voor een donker blond bier is dat deze schuimkraag een beetje gebroken wit kleurt.

Een zacht maar complex aroma doet ons echt zin krijgen om te proeven. Het bier ruikt eerder zoet, fruitig. Na een tijdje identificeren we het fruit als kersen(snoepjes). Daarnaast een lichte zweem rokerigheid en kruiden en hop. Dit doet denken aan een “ardens” biertje.

De smaak zet eerder zoet aan. De smaak wordt gedragen door de alcohol en opnieuw proeven we die zeer lichte rokerigheid.

In de nasmaak neemt het hopbitter voor het eerst de bovenhand afgewisseld met de kruidigheid en de kersen(snoepjes) die we nog herkennen uit het aroma.

Voor dit bier van 8° moet de bierliefhebber echt tijd nemen om alle complexe aroma’s en smaken te ontdekken en zo nog meer van dit prima biertje te genieten. Wat ons betreft meer dan geslaagd.

Het bier wordt gebrouwen in de Proefbrouwerij in Lochristi, maar de recepten worden ontwikkeld in een amateur-brouwerij in Kuringen (Hasselt) waar ook een bed-en-breakfeast is. De bezoekers zouden er kunnen helpen in het brouwproces wanneer er nieuwe recepten getest worden. Sinds 2005 werd dit bier gecommercialiseerd. Op de website van Jessenhofke zijn de verkooppunten opgesomd.

Duvel (8°alc)

Geheel in het kader van onze laatste activiteit, een bezoek aan de brouwerij Moortgat, is het biertje van de maand dan ook Duvel.

Duvel kleurt helder blond in het glas en heeft een zeer sterke pareling en een stevige schuimkraag. Wie de gistbodem losdraait en mee in het glas giet krijgt een gesluierd bier. Het schuim vormt een sterke bergstructuur die lang op het bier blijft drijven.

Door de dikke schuimkraag worden de aroma’s wat verholen. Toch ruiken we een zekere moutigheid, maar ook kruiden (koriander?) en in de achtergrond bloemen.

De smaak is fris en zachtbitter. Een mooie afweging tussen mout en hop met een tikje een zurige afdronk en een lange hopbittere nasmaak. De sterke koolzuurpareling laat wel wat van de smaken verdwijnen, maar geeft anderzijds wel een verfrissend gevoel.

Duvel is het meest verkochte speciaalbier van België (zelfs meer dan Leffe). Alles past in dit plaatje. Een sterk merk dat zich op de markt positioneert als sterke marktleider, vooral in het segment van de zwaardere blonde bieren. Dit bier was hier dan ook een pionier in toen het kort na de eerste wereldoorlog ontwikkeld werd. Volgens de legende gebruikt men nog steeds de (gestolen) Schotse giststam van toen.

Het proefpannel van Ambibrew is positief over dit bier, maar niet laaiend enthousiast. Het bier heeft voor de gevorderde bierliefhebber weinig verrassingen in petto en bemoeilijkt het degusteren door de sterke pareling. Een bier dat zich goed leent als aperitief.

Brouwerij Moortgat moet geprezen worden voor het feit dat zij als marktleider dergelijke kwaliteit blijven bieden, blijven bij de hergisting op fles (hetgeen in het buitenland toch dikwijls moeilijk ligt) en nieuwe buitenlandse markten openen voor Belgische bieren.

Chimay Tripel (8°)

Het leuke aan het blindproeven van een biertje is dat iedereen zonder vooroordelen zijn mening over het biertje kwijt kan. Vooral voor bekende kleppers kan dit wel eens belangrijk zijn.

Deze maand bracht ons zo’n bekende klepper: Chimay Trippel.

Het bier is donkerblond tot koperblond en licht tot vrij troebel (naar gelang meer of minder gist in het glas wordt meegegoten). Een vast fijn wit schuim dat mooi aan de wand kleeft bekroont het bier.

In de geur springen duidelijk hopbloemen in de neus. Dit belooft een vrij bitter bier te worden met een rijk hoparoma. Andere geuren die we opsnuiven laten iets kruidigs, fruitig vermoeden.

De smaak zet onmiddellijk bitter aan. Gelukkig niet zo maar bitter, maar fijn hopbitter met de aroma’s van de hopbloemen. Nadien komt er een zachtere zoetheid opzetten. Tevens zit er een vleugje metaal in het bier. In de nasmaak komen de hoparoma’s duidelijk weer te voorschijn.

De meningen in ons proefpannel (7 personen) waren de meningen verdeeld. Wanneer Ruth opperde dat dit wel eens Chimay Tripel zou kunnen zijn dachten alle anderen (toch allemaal bedreven bierproevers) daar anders over. Het bier was te onevenwichtig om een trappist te zijn… Dus toch… Proficiat Ruth!

Chimay Tripel is dus duidelijk geen allemansvriend. Je houdt er van of niet. Er is geen tussenweg. Liefhebbers van een rijk hoparoma horen zeker bij de eerste categorie. Zeker omdat het bier meer te bieden heeft dan alleen bitterheid.

Chimay wordt zoals bekend door de paters Trappisten van de abdij van Scourmont gebrouwen. Het brouwwater wordt ter plaatse gewonnen. De geschiedenis van de streek verklaart het vleugje metaal in het bier. Sinds de oudheid wordt uit de grond in de omgeving ijzererts gewonnen (alweer raak Ruth).
De trappisten verblijven er sinds 1850 en in de jaren 60 van de 19de eeuw liep het eerste bier uit de brouwketels. 
De tripel is zoals bij veel bierassortimenten de jongste spruit van de paters en wordt gebrouwen sinds 1966.