De nieuwste telg van het Keizer Karel-geslacht wordt deze maand door ons onder de loep genomen.
Het begint goed: een nieuw gepersonaliseerd flesje oogt altijd goed en
professioneel.
Bij het uitschenken zien we een kristalhelder licht blond bier met een rijke, vrij ruwe
schuimkraag die langzaam vervalt tot een blijvend laagje schuim op het bier.
Wie wat moeite doet krijgt ook wat gist uit het flesje gewrongen.
Dit doet ons vermoeden dat dit bier niet écht hergist op de fles.
Iets wat bij grote brouwerijen, zoals hier Haacht, wel meer voorvalt.
Het bier heeft niet alleen het uitzicht van pils, maar ook de geur van pils.
Meer nog, vooral de onaangename DMS (dimethylsulfide)-geur die soms in pils voorkomt springt in de neus.
DMS ruikt een beetje naar gekookte kolen…
Het bier zet vrij neutraal aan, maar dan zijn ze er weer… de kolen.
De afdronk is vrij bitter en blijft lang hangen. Toch is dit geen aangename hopbitterheid
die je doet verlangen naar een volgende slok.
In lijn met het aroma en de smaak heeft ook de afdronk niets uitnodigends.
Dit is echt een tegenvaller, ondanks de grote billboards overal langs de weg die ons moeten doen kiezen voor
Ommegang in de plaats van Duvel.
Een raad van het proefpanel:” Geniet deze zomer van een biertje, maar wij mijden de “Ommegang”.